Aan de grond in Caïro

Het is zomer. Auto's razen voorbij in de duizend jaar oude moderne stad die uit haar voegen barst. Op verzakte trottoirs van drukke wegen, geflankeerd door 'onvoltooide ruïnes' – gebouwen, gedoemd om in te storten – zitten mannen onderuitgezakt op caféterrassen en beweegt zich traag een mensenmenigte voort. Liefdesklachten van een mythische zangeres klinken uit... Lees verder →

Medium van de ironie

Kurt Schwitters (1887-1948), Duits avant-gardistisch beeldend kunstenaar, dichter, schrijver en publicist, gebruikte voor zijn collages al wat hij maar kon vinden: krantenpapier, postzegels, stukjes wasdoek, buskaarten, advertenties. 'Merz': zo noemde Schwitters zijn nieuwe uitdrukkingsvorm met principieel alle soorten materiaal. Het is de tweede lettergreep van Kommerz, een woord uit een advertentie die hij gebruikte voor... Lees verder →

Wat als God zijn biezen pakt?

'En of, wat een hitte!' De veertienjarige Steeny ontwaakt uit zijn middagdutje. Rond het Noord-Franse dorp Fenouille liggen de weilanden waar de beesten zijn, 'de lange Vlaamse koeien met hun droeve ogen'. Het zindert tussen de houten lamellen van het huis in de laan met de hoge linden. Steeny leeft in een gouden kooi van... Lees verder →

Wandelgek

Karrer is krankzinnig geworden en zit in Steinhof. Nu wandelt de verteller niet meer enkel op woensdag, maar ook op maandag met Oehler. Voorheen wandelde Oehler op maandag met Karrer. Het verschil in wandelgewoonten van beide heren blijkt op maandag, zowel vestimentair als aangaande wandelsnelheid, groter dan op woensdag. Op maandag kan de verteller Oehler... Lees verder →

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑