Walter Benjamin beschreef vooruitgang als 'een storm die ons achterstevoren de toekomst inblaast'. Vooruitgang, consumeren en presteren, bereikbaarheid en berekenbaarheid, controleerbaarheid en stuurbaarheid: we zijn ervan doordrongen in de kapitalistische samenleving, waar alles – ook inactiviteit – als een functioneel element binnen het productieproces wordt beschouwd. Aan contemplatie, als tegenwicht, doen we nauwelijks nog. Liever... Lees verder →
Regen regen regen regen: een polyfonie
Het regent in Napels. Onophoudelijk. Al vier dagen lang. Carlo Andreoli, journalist en melancholicus, geeft zich over aan grijze gedachten. Hij kijkt gelaten toe hoe de zee een kolkende massa wordt, afvoerputten verzadigd raken, modderstromen ontstaan, auto's worden opgeslokt, huizen instorten. De Autoriteiten kondigen de noodtoestand af. Mensen worden geëvacueerd, gewonden verzorgd, doden begraven. Brandweer... Lees verder →
Doomsday
Hortend, moeizaam komt Winterbloeiers op gang. Alsof de dichter nog niet weet welke woorden, welke beelden te kiezen. Alsof ze toon en ritme nog moet bepalen, weifelt welke rol aan het lyrisch ik toe te bedelen in het verhaal dat ze op het punt staat te bedenken. Dat Yentl van Stokkum ook toneelstukken schrijft, verbaast... Lees verder →
Ingesneeuwde taal
Een jij (m.) en een ik (v.) zijn in gesprek. Ze telefoneren of sturen elkaar brieven. Tussen hen is er – fysiek en mentaal – een grote afstand: zij leeft teruggetrokken op een eiland; hij bevindt zich aan een ander eind van de wereld, waar een gure wind waait. Zij probeert tijd en afstand te... Lees verder →