Toen hij op een ochtend besliste niet meer naar het gehate gymnasium te gaan, maar 'in de tegengestelde richting' en 'tegen alle redelijkheid in' aan een vakopleiding te beginnen, onttrok Thomas Bernhard (1931-1989) zich op zestienjarige leeftijd radicaal aan de verwachtingen van de burgerlijke samenleving. In de autobiografische roman De kelder blikt hij terug op... Lees verder →
Omzeggens Glenn Gould waardig
'Überhaupt geen kunstenaar!' Terwijl hij deze woorden telkens voor zichzelf herhaalt, schenkt een gedemotiveerde pianist resoluut zijn Steinway, die ooit een 'bolwerk tegen de stompzinnigheid van zijn familie en van de wereld' was, aan een volstrekt talentloze onderwijzersdochter in het dorp, in de wetenschap dat zij het instrument in geen tijd te gronde zal richten.... Lees verder →
Monumentale kunst van de geest
Het filosofisch-muzikale proza van Thomas Bernhard (1931-1989) lijkt wel een kluwen van geestelijke hinderlagen. Wie hem leest, moet beducht zijn op een niet aflatende aanval van taal. Menigvuldig voert het enfant terrible van de Oostenrijkse literatuur excentrieke, eenzelvige en boze protagonisten op, die een geestelijke strijd voeren tegen zowat alles en iedereen. Balancerend op de... Lees verder →
Wandelgek
Karrer is krankzinnig geworden en zit in Steinhof. Nu wandelt de verteller niet meer enkel op woensdag, maar ook op maandag met Oehler. Voorheen wandelde Oehler op maandag met Karrer. Het verschil in wandelgewoonten van beide heren blijkt op maandag, zowel vestimentair als aangaande wandelsnelheid, groter dan op woensdag. Op maandag kan de verteller Oehler... Lees verder →