'Onverstoorbaar, de stenen voor me, bereikte mij, wanneer ik het raam opendeed, vanuit de spleten in de rotsen iets heel 'fatsoenlijks' en geliefds, de echo, die de laatste twee of drie lettergrepen van een zin herhaalde en, vaak een letter weglatend, weergalmde als een antwoord of een waarschuwing of, wie weet, een gesis. Of een... Lees verder →
Woordeloze essentie
In zijn huis in Dylgja ziet Asle zichzelf opnieuw staan kijken naar het schilderij met de twee strepen die elkaar kruisen, een bruine en een lila. Waar ze elkaar kruisen, lichten de zich vermengende kleuren mooi op. Voor het eerst sinds jaren vergaat Asle de zin, de noodzaak om te schilderen. Hij zit voor het... Lees verder →
De naam van de roos
'We lopen, / We lopen nu al sinds jaar en dag // En we begrijpen er helemaal niets van' Er zijn zoveel vragen te stellen. Er is zoveel te zeggen, te noemen, te doorgronden. Onbewust doorkruist de dichter dingen. Soms benoemt hij ze. Met de dag groeit zijn onzekerheid. 'Het woord meet de afstand': de... Lees verder →
De stilte indachtig
'Hier is in het vroege licht iets samengebald wat met tijdloosheid te maken heeft, met een gesloten wereld die zichzelf op dit ogenblik aanbiedt en je duidelijk maakt dat hij ook zonder jou bestaat, dat hij oneindig oud is, dat hij je vreemd is maar dat je welkom bent.' Na een pelgrimstocht langs drieëndertig tempels... Lees verder →