Is Ergstwaarts vooruit (Worstward Ho, 1983) Becketts 'wit op wit'? Schreef Beckett zich in zijn voorlaatste novelle naar het absolute nulpunt, voorbij de existentiële afgrond? Naar een plek voorbij de leegte, waar tegendelen zich verenigen, elkaar opheffen, ergo woorden elke betekenis verliezen? Paradoxaal genoeg onderzoekt Beckett de weg naar dat lege universum van paradoxen met... Lees verder →
De kunst van het omcirkelen
Dichteres, vertaalster, essayiste en prozaïste Anneke Brassinga verklaart in Crudités haar liefde aan de taal en aan visionair behepte denkers, schrijvers, dichters en kunstenaars als Mallarmé, Nietzsche, van Gogh, Kafka en van Ostaijen. Zij deelden een hunkering naar het absolute, lucide wanhoop, meedogenloze ontvankelijkheid, een hang naar het mystieke en waren zich daar pijnlijk en... Lees verder →
Taalconventies op de schop
In zijn jongste bundel voert filosoof en dichter Henk van der Waal een experiment uit met het talige ik van de meedenkende lezer. Eerst wordt de o zo vertrouwde letterkast overhoop gegooid. Dan biedt de dichter nieuwe, betekenisloze woordassociaties aan. Raaskallen is in deze fase van het experiment welkom. Van de elf afdelingen in de... Lees verder →
Vroegwijs in een rauwe wereld
Het leven van Lastotsjka begon op haar zevende, toen Tamara Pavlovna haar uit het weeshuis op het platteland kwam halen en meenam naar Chişinău, de hoofdstad van de Sovjetrepubliek Moldavië. In een woonblok met gedeelde binnenplaats leerde Lastotsjka een excentriek, Dickensiaans gezelschap kennen, in een mengelmoes van nationaliteiten en talen, tradities en geloofsovertuigingen: Tamara, die... Lees verder →
Allegorie van het niets
Een wenk van een vage schim achter een raam drie hoog volstaat om Thomas een duister pand te doen betreden in het dorp waar hij net is gearriveerd. Eenmaal de drempel over, blijkt het geen sinecure om zijn doel, de derde verdieping, te bereiken. Eerst verspert de huisbewaarder Thomas de weg; vervolgens leiden afdalende trappen... Lees verder →
De essentie van existentie
Het loopt al mis bij de afspraak aan de beuk waar Mercier (lang, pezig, baardig) en Camier (klein, gedrongen, krombenig) hun tocht zouden aanvatten. Hoewel de twee zestigers elkaar van kindsbeen af kennen en dus min of meer weten wat ze aan de ander hebben, duurt het ontstellend lang eer ze tot een vergelijk kunnen komen over... Lees verder →
Fantasmagorie van een waanzinnige droom
In winters Praag, wanneer de duisternis valt en de stemmen in de kroegen verstommen, werpen versteende figuren op gevels in het zwakke licht van lantaarns hun schaduw op de besneeuwde kasseien. Een occasionele wandelaar wordt in de verstilde stad mogelijk gestalten gewaar, die lijken op faunen. Hij ziet dingen die anderen niet zien. Hij hoort... Lees verder →
Weigering van de eeuwige wederkeer
Op het omslag van Nachtlus, het poëziedebuut van de West-Vlaming Jeroen Messely, prijkt Nocturne in Black and Gold – The Falling Rocket van James Whistler, een hoogtepunt van het estheticisme in de schilderkunst. Resoluut ‘de graatmagere dageraad’ afwijzend, duikt Messely onder in de nacht. Nachtlus bevat zes delen, met Franse titels die expliciet verwijzen naar taal (‘La... Lees verder →
Val in de tijd
Onthutst, sprakeloos staan twee mensen tegenover elkaar. Aan de ene kant van de deuropening: Judith, die 'op een merkwaardige manier op zichzelf leek', aan de andere kant: de naamloze ik-verteller. Ze hebben elkaar lang niet gezien. Hij komt voor Judiths huisgenote Claudia. Terwijl ze zwijgend tegenover elkaar staan, komen begraven herinneringen bovendrijven. Ontzetting neemt bezit... Lees verder →
Levensreddende fictie
Aboekir, Algerije. In een kamer zit een man koortsachtig te schrijven aan het sterfbed van zijn vader. Hij twijfelt: 'Heeft het nog zin?' Zabor, verstoten zoon van de stervende slager, heeft een gave: door nauwgezet mensen te inventariseren met geschreven woorden, kan hij hun leven redden. Schrijven als morele plicht. Met taal het leven herscheppen:... Lees verder →