De kunst van het omcirkelen

Dichteres, vertaalster, essayiste en prozaïste Anneke Brassinga verklaart in Crudités haar liefde aan de taal en aan visionair behepte denkers, schrijvers, dichters en kunstenaars als Mallarmé, Nietzsche, van Gogh, Kafka en van Ostaijen. Zij deelden een hunkering naar het absolute, lucide wanhoop, meedogenloze ontvankelijkheid, een hang naar het mystieke en waren zich daar pijnlijk en euforisch bewust van.

Brassinga dient een smakelijke portie rauwkost op in de vorm van doorwrochte essays over taalkunst, gedichten van haar hand en door haar vertaald werk (van o.a. Samuel Beckett en Gertrude Stein). Ze loodst de hongerige lezer een dichterlijke ruimte in buiten de tijd, waar vrijheid triomfeert, waar regels en afspraken vervallen, andere perspectieven en verhoudingen spelen. Terwijl ze ons luchtig én erudiet onderhoudt over schrijven, lezen, dichten en vertalen, maakt ze duidelijk dat ze zintuiglijke overgave verwacht en wijst geregeld op de smaken, geuren en texturen van de literaire gerechten. En, o, wat heb ik gesmuld van deze kost voor taalfijnproevers en poëtisch ontvankelijke denkers!

‘Iemand die woorden met ontsluierende kracht prevelt, almaar prevelt, totdat de weerklank van zo’n woord vanuit het onderbewustzijn naar boven komt, sleutels biedt tot een ruimte waar buiten- en binnenwereld, ervaring en reminiscentie, taalwaarde en klankwaarde, samensmelten tot een ontindividualiserende evocatie’: zo beschrijft Paul van Ostaijen in Gebruiksaanwijzing der lyriek de dichter. Stéphane Mallarmé zag poëzie als ‘een onuitputtelijke bron van betekenis, een betekenisspel waarin alleen de vrijheid van de lezer, de leespraktijk, zin en onzin kan creëren’, als een ijdele poging het vluchtige te doen voortbestaan, als een verlangen naar het verlangen zelf. Brassinga buigt zich toegewijd en met de nodige afstand over Mallarmé’s werk, waarin abstractie en scherpzinnige metaforiek overheersen, waarin betekenissen naast elkaar staan als beelden van elkaar. Mallarmé hanteerde meesterlijk de negatieve kracht van taal, door ontkennende woorden en werkwoorden die een vernietiging uitdrukken te gebruiken en zo afwezigheid te suggereren. Paradoxen krijgen in zijn gedichten ruim baan. Door almaar het ongezegde te omcirkelen hield hij het mysterie in stand.

Het absolute zet iets stil, laat iets ophouden, ervoer de visionaire Mallarmé. Hij putte zich zijn hele leven uit in het vergeefse, probeerde de Schoonheid met het Niets te verzoenen, door met heel zijn lichaam te denken, een implosie van wereld en bewustzijn, van de waarnemende, gewaarwordende mens en de onbezielde stof na te streven en een strijd op leven en dood te voeren met God. Eenmaal hij (net als Nietzsche na hem) God verpletterd had, beschreef hij, in een brief aan een vriend, zichzelf als ‘een onpersoon’ en ‘een vermogen van het geestelijk universum om zichzelf te zien en te ontvouwen, doorheen datgene wat vroeger ik was’. En dan – het Niets? Een nieuw begin? De eeuwige wederkeer? Ging zijn denken te ver door zichzelf te denken? Ervoer hij een lichtend visioen dat een mens van vlees en bloed nooit meer te boven komt, alleen maar kan meedragen als gebroken mens? Mallarmé sloot niet uit dat hij de speelbal was van een hersenschim. Hij stierf op zesenvijftigjarige leeftijd – symbolisch genoeg – aan een kramp van de stemspleet.

Brassinga hunkert naar een nieuw begin. Ze zoekt het luchtige van de zwaarte, door speels het ambt van de dichter te omcirkelen en een lezing van Hans Groenewegen te serveren: ‘De bedding van later, die bij het schrijven nog volstroomde met des dichters bloed, zal het opengeslagen boek zijn waar het tot woorden ingedikte lijden uit op te likken is door de troostdruftige lezer die zich tegelijkertijd als een moordenaar of kannibaal te goed doet aan het zachtgeworden zoet dat eens de schrijver als een steen op het almaar brekend hart lag’.

Is de dichter zowel zwaan als martelaar? Dient poëzie de betovering? Wekt ze door herhaling en klankspel het wonder op? Is een gedicht pas goed wanneer het losgezongen kan worden van zijn bedenker? Brassinga brengt, net als Groenewegen, in haar essays ‘het toegewijde, ontfermende, zoekende lezen in stelling tegen het oordelende, kritische lezen van poëzie’.

‘Poetry makes nothing happen’, schreef W.H. Auden. Mallarmé zag mensen als ‘loze vormen van de materie, loze vormen die het sublieme vermogen hebben gehad God en onze eigen ziel uit te vinden, te verzinnen, met alle kracht naar de Droom reikend waarvan ze weten dat die niet bestaat, om in het aangezicht van het Niets dat de Waarheid is, glorieuze leugens te verkondigen’. Een zinloze, niettemin waardevolle menselijke daad, meent Brassinga. Novalis, op zijn beurt, opperde de gedachte dat ‘taal net als wiskunde een levend, geestelijk wezen is dat zich van mensen bedient om zich te uiten en te amuseren’. Volgens Samuel Beckett is het dan weer allemaal begonnen met de muziek van Beethoven die luide muziek schreef om de stilte eromheen hoorbaar te maken.

Brassinga gelooft dat poëzie ‘de illusie belichaamt van een denken dat geen heren dient, dat in- en tegenspraak verenigt, en zich losmaakt van de retoriek van zelfbevestiging en overreding’. Volgens haar kun je poëzie op twee manieren benaderen, enerzijds als abstractie, als muziek (een partituur), of als schilderij (een ruimtelijke uitsnede van het zien), anderzijds synesthetisch zintuiglijk, wat de verbeeldingskracht aan het werk zet en betekenissen oproept. Crudités nodigt uit om beide manieren royaal uit te proberen.

Smakelijk!

Anneke Brassinga: Crudités, De Bezige Bij, 2024, 368 p. ISBN 9789403130262

2 gedachten over “De kunst van het omcirkelen

Voeg uw reactie toe

  1. Wat een prachtig essay! Je recensie is beter dan het boek, daar heb je me van overtuigd. Ik ben blij dat je het voor me hebt samengevat. Die 368 pagina’s doen me denken aan walvisvlees; best lekker, maar wel heel veel.

    Groeten, Vincent Baumgart

    Like

    1. Walvisvlees… haha, aparte vergelijking, Robert. Best wel terecht: ongeveer halfweg ervoer ik ook een moment van indigestie, ik koos er niettemin voor halsstarrig verder te kauwen om de totaalervaring van de hele walvis niet te missen.

      Like

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑