De naam van de roos

'We lopen, / We lopen nu al sinds jaar en dag // En we begrijpen er helemaal niets van' Er zijn zoveel vragen te stellen. Er is zoveel te zeggen, te noemen, te doorgronden. Onbewust doorkruist de dichter dingen. Soms benoemt hij ze. Met de dag groeit zijn onzekerheid. 'Het woord meet de afstand': de... Lees verder →

Bewustzijn op de dool

Achter in de oude, verwilderde tuin van een landgoed in de mythische streek Región bevindt zich een perk met een graf. Meteen na het uitbreken van de revolutie gaven de bewoners, alvorens op de vlucht te slaan, de bewaker van het landgoed de opdracht het geschonden graf schoon te maken en opnieuw te vullen. Op... Lees verder →

Waarheid en angst

Zijn brits is iets harder, het eten smakelozer en hij komt minder vaak in de buitenlucht. Kalls gevangenschap verschilt niet zoveel van zijn vroegere leven als vrij man in de Wereldstaat. Anderzijds hoeft hij voor niets bang te zijn, zolang hij maar de orderegels respecteert. Net geen veertig is de chemicus Leo Kall wanneer hij... Lees verder →

Een huis met de deur op een kier

In zijn jongste bundel, Alles is hier nog, verzinnebeeldt de Antwerpse dichter Marc Tritsmans zijn verlangen naar de oorsprong van het leven en naar verbondenheid met de natuur, door tegenover de tijdloze leegte die aan het bestaan vooraf gaat, het vergankelijke, het cyclische te plaatsen. De bundel doorloopt het leven in vier reeksen: ‘Beginnen’, ‘Kleine... Lees verder →

De stilte indachtig

'Hier is in het vroege licht iets samengebald wat met tijdloosheid te maken heeft, met een gesloten wereld die zichzelf op dit ogenblik aanbiedt en je duidelijk maakt dat hij ook zonder jou bestaat, dat hij oneindig oud is, dat hij je vreemd is maar dat je welkom bent.' Na een pelgrimstocht langs drieëndertig tempels... Lees verder →

Licht op Lissabon

Hoe vang je de ziel van een stad? Welke kleur geef je haar geschiedenis? Hoe schilder je het leven op die plek? In Licht op Lissabon is elke bladzijde doordrongen van de diepe genegenheid van schrijver en vertaler Harrie Lemmens (geb. 1953) voor de stad waar hij van 1985 tot 1988 woonde, samen met fotografe en vertaalster Ana Carvalho. In... Lees verder →

De smet van Salzburg

Toen hij op een ochtend besliste niet meer naar het gehate gymnasium te gaan, maar 'in de tegengestelde richting' en 'tegen alle redelijkheid in' aan een vakopleiding te beginnen, onttrok Thomas Bernhard (1931-1989) zich op zestienjarige leeftijd radicaal aan de verwachtingen van de burgerlijke samenleving. In de autobiografische roman De kelder blikt hij terug op... Lees verder →

De vrolijke zelfmoordenaar

Oude bourgogne, muziek, poëzie, een gebraden haantje en de 'corsage op de boezem van een jeugdig, welschapen meisje' konden de Frans-Zwitserse schrijver van Nederlandse origine Henri Roorda (1870-1925) hogelijk bekoren. Roorda was een levensgenieter. Oorspronkelijk plande hij een boekje te schrijven onder de titel Het vrolijke pessimisme, maar het vooruitzicht van zijn nabije zelfmoord zette... Lees verder →

Freewheelen met klei

In zijn jongste roman, Wij zijn met vijf, experimenteert de Noorse schrijver en conceptueel kunstenaar Matias Faldbakken er ongebreideld op los. Wars van regels en conventies, vermengt Faldbakken slapstick, horror, absurdisme, rauw realisme en dystopische elementen tot iets wat het midden houdt tussen sardonische camp en onversneden punk. Zo origineel en excentriek is deze dollemansrit,... Lees verder →

De blik van het dier

Op het omslag zien we een hond, het hoofd met een visueel trucje van de romp gescheiden. De hond staart langs je heen naar iets in de verte. Jij staat niet in het brandpunt van zijn aandacht. Wat ziet hij? De honden op de foto's van Pentti Sammallahti fascineerden de Britse schrijver, kunstenaar en kunstcriticus... Lees verder →

Aangeraakt op afstand

Op een begraafplaats verschijnen voor zonsopgang twee mensen, een man en een vrouw, die elkaar niet kennen. Zwijgend bevinden ze zich op de rand van elkaars waarneming. Zij kijkt door een verrekijker naar vroege vogels, terwijl hij, roerloos en in zichzelf gekeerd, onder de treurwilg aan het water staat. De lezer komt nauwelijks iets over... Lees verder →

Impressie: We vertrekken voordat het licht is

In een bundel wonderlijke verhalen en portretten van onooglijke zeediertjes en andere strand- , tuin- of schroothoopvondsten, observeert de Zeeuwse schrijver, dichter en kunstenaar Wim Hofman met een scherp oog de vreemdste creaturen en objecten (en vindt er nu en dan ook enige uit). Hofman schrijft analyserend en lyrisch over zowel feit als fictie: van... Lees verder →

Caleidoscoop van de geest

In een afgelegen buurtschap nabij de grens arriveert de Australische schrijver en heremiet Gerald Murnane (1939), met als enige doel in volkomen afzondering te mijmeren, in zijn herinneringen te graven, beelden op te roepen en over die geestesactiviteit een verslag te schrijven. Zijn blik zal hij 'hoeden', beperken tot wat zich aan de rand van... Lees verder →

Ik is een ander

In zijn oude huis in Dylgja ziet Asle zichzelf kijken naar 'Andreaskruis', het schilderij met de twee strepen, één lila en één bruin. Waar de strepen elkaar kruisen, vermengen zich de kleuren en licht het schilderij op. Sinds de dood van zijn vrouw Ales heeft Asle zich teruggetrokken in het woordloze schilderen. Net zoals in... Lees verder →

De specialist, de gek en de herbalist

Gekken & Specialisten van de Nigeriaanse schrijver en Nobelprijswinnaar (1986) Wole Soyinka is een briljante satire op de samenleving als een eeuwige machtsstrijd tussen geloofssystemen die elk voor zich de waarheid claimen. Soyinka plaatst in zijn uiterst actuele toneelstuk met scherpe, geestige dialogen drie wereldbeelden tegenover elkaar. Voor de specialist (dokter Bero) zijn ratio, rechtlijnigheid... Lees verder →

Zeventien krijsende meeuwen

Angola is verleden tijd. Was het misschien verbeelding? Hebben de negerdorpen nooit bestaan? Was het geweld een verzinsel? Een ambtenaar, een kolonel en de dochter van een plantagehouder: drie Portugezen die de koloniale oorlog van nabij meemaakten, blikken terug op hun verleden in Afrika. Door herinneringen op te halen, proberen ze het grote, gewelddadige verhaal... Lees verder →

Kwestie van samen

Amin Maalouf (1949), schrijver en wereldburger, groeide op in de Levant, een vergeten wereld waar ooit de oude culturen van het Oosten en de jongere culturen van het Westen elkaar de hand reikten. Die open en intieme omgang is nagenoeg verdwenen. Een groot verlies, aldus Maalouf, want die contreien waren een voorbeeld van 'eendrachtige co-existentie'... Lees verder →

De jongen

In de collegezaal zit iemand wiens contouren gedurende het voorjaarssemester dermate scherp zijn geworden dat de verteller zich niet meer kan concentreren op zijn studie. Het is iemand die weet dat de verteller naar hem kijkt. Iemand die weet waar ze voor of tegen is. De andere studenten filmwetenschap denken waarschijnlijk dat zij, met haar... Lees verder →

Impressie: De neef van Rameau

De ene dag loopt hij door de straten met gebogen hoofd, smerig hemd en gescheurde broek, met nauwelijks schoenen aan zijn voeten. Dan hult hij zich dusdanig in onzichtbaarheid dat passanten geneigd zijn hem een aalmoes te geven. De volgende dag ontmoeten we hem gepoederd en wel, voornaam geschoeid, met gekrulde haren en opgeheven hoofd.... Lees verder →

Omzeggens Glenn Gould waardig

'Überhaupt geen kunstenaar!' Terwijl hij deze woorden telkens voor zichzelf herhaalt, schenkt een gedemotiveerde pianist resoluut zijn Steinway, die ooit een 'bolwerk tegen de stompzinnigheid van zijn familie en van de wereld' was, aan een volstrekt talentloze onderwijzersdochter in het dorp, in de wetenschap dat zij het instrument in geen tijd te gronde zal richten.... Lees verder →

Weigering van de eeuwige wederkeer

Op het omslag van Nachtlus, het poëziedebuut van de West-Vlaming Jeroen Messely, prijkt Nocturne in Black and Gold – The Falling Rocket van James Whistler, een hoogtepunt van het estheticisme in de schilderkunst. Resoluut ‘de graatmagere dageraad’ afwijzend, duikt Messely onder in de nacht. Nachtlus bevat zes delen, met Franse titels die expliciet verwijzen naar taal (‘La... Lees verder →

De essentiële Orwell

Onder het pseudoniem George Orwell schreef de Brit Eric Blair (1903-1950) een aantal romans met journalistiek onderzoek als vertrekpunt. Op dat prozawerk vormen zijn uitgebreide essays, waarvan een royale selectie gebundeld werd in het zopas verschenen Waarom ik schrijf, een uitstekende aanvulling. Deze essays belichamen de essentiële Orwell. Naar eigen zeggen afkomstig uit de 'lagere... Lees verder →

Het lot van de geest in crisistijd

Op kantelpunten is een beschaving even fragiel als een leven. Niet alleen kunnen zelfs de best geordende dingen onverwacht vergaan, ook ontstaan er in het denken plots paradoxen die het vanzelfsprekende bruutweg onderuit halen. In de prikkelende essaybundel, De crisis van de geest, werpt prominent Frans intellectueel, essayist en dichter Paul Valéry (1871-1945) zijn licht... Lees verder →

De zware sluier van het taboe

In 2008 staat Antoine voor het eerst aan het graf van zijn oudoom, in Chanterelle. Armand Lachalme, tweelingbroer van Antoines grootvader Paul, was vijf toen hij stierf. Antoines zonen – eveneens een tweeling – zijn nu vijf jaar oud. In de familiegrafkelder ligt de stilte van afwezigheid begraven. Hun leven lang hebben moeder, vader en... Lees verder →

2020: een uitstekend literair jaar

De eenkoppige redactie van Geen dag zonder boek maakte uit vijfenzeventig (dit jaar gelezen) boeken, een selectie van vijfentwintig lekkernijen. Primo: buiten categorie vermeld ik graag De herinneringen zien mij, de verzamelde gedichten van de Zweed Tomas Tranströmer. De bundel is een onuitputtelijke bron van schoonheid, inspiratie en andere – vooralsnog onbestemde – dingen, en... Lees verder →

De dwaaljaren van Ewout Meyster

In de jaren 1880 schreef Friedrich Nietzsche in nauwelijks drie weken tijd de openbaringen van 'Also sprach Zarathustra', waarin hij zijn alter ego, de profeet Zarathoestra, de uitgeleefde menselijke moraal ten grave laat dragen. Nu God dood is en alle zingevingsconstructies ontmanteld zijn, roept de profeet de mens op om voorbij het nihilisme te reiken,... Lees verder →

Troubadour van het alledaagse

Zo grijs, zo alledaags valt het niet te bedenken of de Rus Dmitri Danilov (1969) exploreert het in proza of poëzie. Zijn werk is een onafgebroken hymne op de zelfkant van het hedendaagse Rusland. Hypnotisch afstandelijk en met kurkdroge humor smeedt Danilov autobiografisch materiaal aaneen tot literaire documentaires, waarin hij vooral de schoonheid van het... Lees verder →

Een tegenpolige vriendschap

Tijdens een maandelijkse ontvangst voor medewerkers en vrienden van de Nouvelle Revue Française, maakte de Franse schrijver Roger Martin du Gard in 1913 eindelijk kennis met de legendarische André Gide. Hij zag eruit als een clochard: uit een gekreukte boord stak een oude vogelnek waarop een slecht geschoren en wrattig gezicht rustte. De excentrieke schrijver... Lees verder →

Vrede sluiten met de doden

Vanuit zijn appartement in het Palais-Royal slaat de schrijver Emmanuel Berl zijn overbuurvrouw gade, een bleke dame die voor haar open raam een raadselachtig ritueel uitvoert: met gelijkmatige passen, geheven hoofd en kaarsrechte rug loopt ze, in kamerjas gehuld, heen en weer in de kamer. Zijn het oefeningen, is het een gebed, is ze krankzinnig?... Lees verder →

Existentiële quarantaine

Dankzij een onverwachte erfenis van een oom in Amerika kan 'de solitair' eindelijk een punt zetten achter zijn relatief korte beroepsleven en zijn oude bestaan, getekend door verveling, depressies en vluchtige escapades, vaarwel zeggen; het geluk lacht hem toe. Zijn verhuis naar een eenvoudig appartement, net buiten het centrum van Parijs, lijkt niet meteen soelaas... Lees verder →

Het comfort van vreemden

'Alsof er een kippenbotje in mijn strot zit.' Leonard zucht wanneer zijn goede oude vriendin Vivian vraagt hoe het leven ervoor staat. Vivian en Leonard treffen elkaar wekelijks in hun thuisstad New York en doen bijna niets anders dan wandelen en praten. Leonard is cynicus en homoseksueel; Vivian een pittige feministe, een alleenstaande 'vrouw apart'.... Lees verder →

Een perfect inwisselbaar leven

De regen daalt, zoals gewoonlijk, gestaag neer in de straten van Parijs wanneer Jean Dézert naar zijn courante eethuisje loopt voor de gebruikelijke dagschotel. Hij steekt zijn paraplu op, trekt zijn broekspijpen omhoog, steekt de straat over. Nergens maakt hij zich druk om. De sensationeelste nieuwsberichten glijden van hem af als druppels van zijn regenjas.... Lees verder →

Twee jaar en geen dag zonder boek

Meer dan honderd lezenswaardige boeken – met bijbehorende besprekingen, impressies, reflecties – later, maak ik graag nog eens de balans op. Samengevat kan ik stellen dat de voorbije twee jaar voor mij een intensieve verkenningstocht van de nuance geweest zijn en een voortdurende oefening in overgave aan literatuur en aan taal. Geruststellend is dat goede... Lees verder →

Weinigen zijn uitverkoren

Op zijn veertigste besloot de Franse schrijver, vertaler en kunstenaar Pierre Klossowski (1905-2001) in te treden bij de benedictijnen en theologie te studeren. Een late roeping. De decadente levensstijl en het antisemitisme bij de monniken deden hem spoedig uitwijken naar een ander klooster, waar hem na enkele maanden vriendelijk verzocht werd andere oorden op te... Lees verder →

Hôtel du Nord: een impressie

Vissers aan de oever van Canal Saint-Martin. Ladende en lossende vrachtschuiten. De kastanjelaars in bloei, verliefde stelletjes in het plantsoen. Al die bedrijvigheid aan Quai de Jemmapes in een Parijse volksbuurt vindt het echtpaar Lecouvreur prachtig. Hoewel geen van beiden het beroep van hoteleigenaar kent, laten ze zich niet afschrikken door het armoedige interieur en... Lees verder →

Aanschouwelijk drijfzand

In de wintertuin staat een man, in gedachten verzonken. Hij vraagt zich af wat het einde van het einde kan zijn. Hem lijkt het ultieme afscheid geen enkele vorm van verdriet. Hij ziet een wolk, 'loodgrijs, te zwaar voor elke weegschaal'. Stemmen van vroeger weerklinken. Hoofden van overledenen trekken in een stoet voorbij. Zopas verscheen... Lees verder →

Verhalen van voormalige mensen

Vrijwel zijn hele leven lang bleef de Poolse Rus Sigizmoend Krzjizjanovski (1887-1950) kleinbehuisd. In de Sovjet-Unie gingen vanaf de jaren 1920 speciale commissies langs de huizen om te controleren of de bewoners zich wel aan de maximaal toegelaten woonoppervlakte hielden. Krzjizjanovski situeerde de experimentele en fantastische verhalen in Autobiografie van een lijk en andere verhalen... Lees verder →

Sarajevo mon amour

In 1957 reisde Georges Perec de vrouw op wie hij verliefd was achterna naar Belgrado. Later dat jaar stapte de eenentwintigjarige student naar een uitgever met het manuscript van De aanslag in Sarajevo onder de arm. Het romandebuut werd geweigerd en raakte in de vergetelheid. Door een gelukkige speling van het lot en een helpende... Lees verder →

Dan liever thee

De Rus Dmitri Danilov (1969) smeedde in zijn novelle Zwarte en groene autobiografisch materiaal aaneen tot een soort literaire documentaire, een verhaal aan de zelfkant van de Moskouse samenleving in de vroege jaren 2000. Na de ineenstorting van een wereldmacht en de teloorgang van een levenswijze, verloren veel Russen plots alle zekerheden en ontstond de... Lees verder →

Moeder, waar ben je?

De expressionist August Stramm stotterde in zijn verzen en prozagedichten – net als de late Beckett – op de rand van de stilte. Ook Paul van Ostaijen liet zich inspireren door de Duitse dichter, die concentratie- en herhalingsprocédés toepaste door als het ware in kringen naar binnen te schrijven. Helaas kreeg Stramm niet de kans... Lees verder →

In galop het duister in

'Was het een betovering van oktober, met zijn weke en roestige bladeren, waarboven de Notre-Dame zich bleek verheft – elke steen gehouwen met de geborduurde precisie van een hermetisme – en zich spits aftekent tegen de troosteloze grijze hemel?' De ik-verteller is net ontwaakt uit een droom. De aanblik van de gargouilles op de Notre-Dame... Lees verder →

De kant van de natuur

Vier huizen rondom een fontein in de schaduw van een berg: het Provençaalse gehucht Bastides Blanches, nabij Manosque, telt dertien inwoners inclusief dorpsgek. De wind snijdt er als een scheermes. De stad is ver, de wegen zijn slecht begaanbaar. Janet, de dorpsoudste, ligt ziek te bed. Bij het washuis klinkt het gezang der vrouwen, terwijl... Lees verder →

De geest van Bonnard

Vernon, 2017. Door het raam op de eerste verdieping kijk ik de lange, aflopende tuin in. Op dit uur van de dag reflecteert het kabbelende water van de Seine het licht verrukkelijk. Ik sta in het huis waar de Franse kunstenaar Pierre Bonnard (1867-1947) het interieur en de groentinten van zijn tuin talloze malen vereeuwigde.... Lees verder →

Onmetelijk begrensd

In een afgelegen stadje in de Australische vlakte arriveert een filmmaker. Door de gesloten jaloezieën van zijn hotelkamer dringt ondraaglijk hel zonlicht binnen. De plainsmen, de traditionele bewoners van het onherbergzame gebied, treffen elkaar in de bar om theoretische gesprekken te voeren over datgene wat hun leven beheerst: de vlakte. De filmmaker luistert naar hun... Lees verder →

Als alle privacy verdwijnt

De dikke rosse is niet meer. Eva Caradec vraagt zich af op welk moment een potentiële moordenaar in een feitelijke moordenaar verandert en waarom ze zelf dit plan ten uitvoer hielp brengen. Nochtans behoort zij niet tot het soort mensen dat zich aan dieren vergrijpt. Een huis dat van ons is is de tweede naar het... Lees verder →

Benjamins immanente literatuurkritiek

Walter Benjamin (1892-1940), filosoof, historicus en essayist, vertaalde onder meer Proust en Baudelaire en ambieerde niet minder dan de grootste criticus van de Duitse literatuur te worden. Eerder dan grote filosofische vraagstukken (het ware, het goede, het schone), nam Benjamin kleine, vrij banale dingen als uitgangspunt voor zijn beschouwingen. Wat literatuurkritiek betreft, hanteerde Benjamin het... Lees verder →

Ode aan veelstemmigheid

In 1897 verzonk Paul Valéry in een lange periode van absolute stilte. Aanleiding was de existentiële crisis die hem vijf jaar eerder trof op een nacht in het huis van zijn oom en tante. Er woedde een hevige storm, bliksems spleten de hemel en een onuitgesproken liefde (voor een gehuwde vrouw uit Montpellier) verscheurde zijn... Lees verder →

Levenskunst van een lanterfanter

Zürich, circa 1900. Op een ochtend stapt een schuchtere, fatsoenlijke jongeman bij een boekhandelaar binnen en biedt zijn diensten aan. Simon Tanner stelt zichzelf met zwier voor. Onder de indruk van Simons openhartigheid, laat de oude boekhandelaar hem op proef beginnen. Amper een week later geeft Simon er de brui aan. Hij veegt zijn chef... Lees verder →

Feestelijke spraakverwarring

Heldere taal veronderstelt 'een spreker die weet wat hij wil zeggen, een aanspreekbare toehoorder, een gemeenschappelijke taal en een gemeenschappelijke ervaring van de dingen waar we over spreken'. Aldus de Franse surrealist, dadaïst en patafysicus René Daumal (1908-1944) in het voorwoord van Het drinkgelag. Een trilogie van de dorst. Als aan die voorwaarden niet voldaan... Lees verder →

Doelman zonder doel

Op een mooie oktoberochtend meent monteur Joseph Bloch, voormalig doelman, dat hij ontslagen is. Zonder eerst de tekens die daarop wijzen te verifiëren, draait hij zich om en verlaat het bouwterrein. Begint een omzwerving door een contourloze tijd en ruimte, een ontwrichtende confrontatie met de betekenis der dingen. De angst van de doelman voor de... Lees verder →

Een wrede spiegel

'Het lichaam is wakker, de ogen zijn open, maar de geest staat op het punt van ontwaken, als bij iemand die slaapt, en is op mysterieuze wijze in staat alles te doorgronden en zich in alles te verplaatsen.' Een onbestemde angst overmant de ontwakende schrijver. Een oude schoolvriend, een onbekende kracht is in aantocht. Een... Lees verder →

Orwell aan de grond

Na vijf jaar dienst bij de Indian Imperial Police in het koloniale Birma, keerde George Orwell (1903-1950) in de lente van 1928 terug naar Europa en betrok in een Parijse achterbuurt een kamer in Hôtel des Trois Moineaux: een goor en donker onderkomen voor buitenlandse arbeiders en mensen die tot eenzaamheid en armoede waren vervallen.... Lees verder →

Monumentale kunst van de geest

Het filosofisch-muzikale proza van Thomas Bernhard (1931-1989) lijkt wel een kluwen van geestelijke hinderlagen. Wie hem leest, moet beducht zijn op een niet aflatende aanval van taal. Menigvuldig voert het enfant terrible van de Oostenrijkse literatuur excentrieke, eenzelvige en boze protagonisten op, die een geestelijke strijd voeren tegen zowat alles en iedereen. Balancerend op de... Lees verder →

Dans, kleine man, met het leven!

Aan de literatuur heeft Belmiro zijn redding te danken. Het was de dag voor Kerstmis, 1934, toen Belmiro aantekeningen begon te maken voor zijn memoires. In een kroeg in Belo Horizonte voerde een groep vrienden – intellectuelen, revolutionairen, filosofen en literatoren – een verhitte discussie. Belmiro hield zich zoals gewoonlijk afzijdig. Een faustische onrust woedde... Lees verder →

Aan de bosrand

Bijna onzichtbaar, hand in hand, lopen twee oudjes aan de bosrand, in het grensgebied tussen de habitats van het wilde dier en de geciviliseerde mens. Heel zichtbaar: twee witte katten. Ook andere verdwaalden en verwarden, habitués van de schemering, houden zich hier op. De verdierlijkte mens en het half gedomesticeerde dier ontmoeten elkaar en overschrijden... Lees verder →

Boekendienaar zint op wraak

Luttele minuten na consumptie van onheilstijdingen in de krant, vergezeld van een glas witte wijn op zijn dierbaarste caféterras, beschuldigt een boze man Boekendienaar ervan zijn paraplu te hebben ontvreemd en wijst daarbij een zwart-wit regenscherm aan, achteloos bengelend aan de rugleuning van Boekendienaars stoel. Met zwaaiende wijsvinger waarschuwt de boze man dat hij met... Lees verder →

De bloedneus van Boekendienaar

Een bloedneus overkomt Boekendienaar wel vaker wanneer hij op stap is. Zeker wanneer hij onderweg een ijshoorntje eet en onmiddellijk daarna een heuvel beklimt. Zo gebeurde vandaag bij de beklimming van de Kantienberg richting Sint-Pietersabdij. In de boomgaard palend aan het historisch pand mag Boekendienaar graag verwijlen op herfstige dagen. Liefst eet hij er een... Lees verder →

Boekendienaar flaneert

Boekendienaar is een flaneur. Althans dat verbeeldt hij zich wanneer hij getooid met sjofele hoed en gepommadeerde snor in zijn beige linnen pak de boulevard op wandelt. Stroomopwaarts kuiert hij de zomerse dag tegemoet en laat zich meedeinen op het ritme van wandelaars en vaarders. Nu en dan houdt hij blijmoedig halt aan de oever... Lees verder →

Een gombrowicziaanse dag voor Boekendienaar

Licht aangeschoten zit Boekendienaar met zijn smoel in zijn handen aan een hoekige tafel bij een glas Pouilly-Fuissé gombrowicziaans te wezen. Knorrig door de hitte aanschouwt hij de wereld om zich heen. Die wereld ziet er kunstmatig, theatraal uit. Bevangen door weerspannigheid weigert Boekendienaar zich heden aan conventies te houden. Ostentatief poot hij zijn stoel... Lees verder →

Fuga in woord en beeld

Majestueuze klanken golven door de ruimte. Naar een orgelconcert luisterend in een vaal verlichte kloosterkerk, denk ik aan De andere naam. Septologie I-II, de zopas vertaalde roman van de Noorse schrijver Jon Fosse (1959). Terugkerende tonen vermengen zich met het onaardse licht en de repetitieve bewoordingen in Fosses werk. Beelden komen tevoorschijn, krijgen contouren, verveelvoudigen... Lees verder →

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: