De eenkoppige redactie van Geen dag zonder boek maakte uit vijfenzeventig (dit jaar gelezen) boeken, een selectie van vijfentwintig lekkernijen.
Primo: buiten categorie vermeld ik graag De herinneringen zien mij, de verzamelde gedichten van de Zweed Tomas Tranströmer. De bundel is een onuitputtelijke bron van schoonheid, inspiratie en andere – vooralsnog onbestemde – dingen, en werd magnifiek vertaald door Bernlef:
‘‘Het is mij maar hoogst zelden overkomen dat het werk van een dichter mij zo ‘op het lijf geschreven voorkwam. De schok der herkenning is dat wel eens genoemd. Maar het is geheimzinniger. Het had meer te maken met een zogenaamde déjà-vu-ervaring dan met een vorm van herkennen. Het was een gevoel alsof de gedichten op de een of andere manier al ergens in mij bestonden, dat ik ze al eens ergens gelezen had, al wist ik dat dat onmogelijk was, en dat alleen het lezen van Tranströmers tekst nodig was geweest om wat als vage vermoedens en intuïties al in mij aanwezig was, naar de oppervlakte te brengen. En misschien is dat ook zo, halen sommige gedichten als hengels iets in ons naar boven. Het is moeilijk dat déjà-vu-gevoel van toen onder woorden te brengen, misschien wel omdat het in eerste instantie een fysieke sensatie was: het gloeien van wangen, kriebel in de nek, niet meer in staat de benen stil te houden.’(https://www.hanskloos.nl/schrijven/nieuwwerk/andante/interviewtomas/?highlight=tomas%20transtromer)
- Het meesterwerk / Emile Zola: ‘Het is genieten geblazen van Zola’s liefdevolle, gedetailleerde beschrijvingen van Parijs maar ook van de lyrische dialogen, de complexe karakterschetsen en de satirische kijk op het mondaine kunstenaarsmilieu. Het meesterwerk is een beklijvende duik in de geest van de kunstenaar – schrijver èn schilder – waardoor we zien hoe kunst ontstaat, hoe een werk tot leven komt en hoe een artiest zichzelf en zijn samenleving een spiegel voorhoudt.’ (Ivo de Kock op https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2020/09/01/emile-zola-de-zoektocht-naar-het-ultieme-meesterwerk/)
- De vlakte / Gerald Murnane: ‘Langzaam, krachtig ontvouwt zich een metapoëtisch beeld, zo indringend, zo perfect geformuleerd dat je alleen maar verbluft naar die volzinnen kunt staren. Een zeker begrip van de vlakte dringt tot je door, niet in woorden te vatten. Murnane suggereert meesterlijk een ervaring die je niet kan opslaan in het geheugen.’ (https://geendagzonderboek.com/2020/04/13/onmetelijk-begrensd/)
- Gesmoorde woorden / Olivier Rolin: ‘Broeierige duizend-en-een-nachttaferelen met bonte personages in paleizen of naar rotte vis stinkende straten; eenzame diners op plekken waar niemand op hem wacht; wijk per wijk steden in kaart brengen, die hij te voet doorkruist: met fotografische precisie beschrijft Rolin ‘een kluwen beelden die niet eens herinneringen zijn, die de herinnering overstijgen’, ‘indrukken waar echte, concretere beelden omheen beginnen te groeien’. In het beste geval is er de zeewind, die alles wegvoert.’ (https://geendagzonderboek.com/2020/11/08/memoires-van-een-odysseus-zonder-ithaca/)
- De angst van de doelman voor de strafschop / Peter Handke: ‘Bloch weigert de realiteit onder ogen te zien. Na zijn vermeende ontslag trekt hij een scherm tussen zichzelf en de buitenwereld op en vlucht een schimmige wereld in, waar hij overgeleverd is aan zijn bewustzijn en de betekenis der dingen. Gaandeweg ontdekken Bloch en de lezer waartoe nauwgezet waarnemen en interpreteren kunnen leiden bij een mens in absoluut isolement. Meesterlijk ontvouwt Handke een zinsbegoochelend panorama in de geest van de protagonist.’ (https://geendagzonderboek.com/2020/03/07/doelman-zonder-doel/)
- Kritische portretten / Walter Benjamin: ‘Eerder dan grote filosofische vraagstukken (het ware, het goede, het schone), nam Benjamin kleine, vrij banale dingen als uitgangspunt voor zijn beschouwingen. Wat literatuurkritiek betreft, hanteerde Benjamin het principe van de ‘immanente kritiek’: reflecteren op een werk op basis van de eigen elementen, in plaats van het te beoordelen aan de hand van criteria die er vreemd aan zijn.’ ( https://geendagzonderboek.com/2020/04/04/benjamins-immanente-literatuurkritiek/)
- De crisis van de geest / Paul Valéry: ‘Op kantelpunten is een beschaving even fragiel als een leven. Niet alleen kunnen zelfs de best geordende dingen onverwacht vergaan, ook ontstaan er in het denken plots paradoxen die het vanzelfsprekende bruutweg onderuit halen. In de prikkelende essaybundel, De crisis van de geest, werpt prominent Frans intellectueel, essayist en dichter Paul Valéry zijn licht op de toekomst van Europa, de geest als waarde en het gebruik van de term ‘vrijheid’. Het werk is dan ook bijzonder actueel.’ (Recensie op komst, zie http://mappalibri.be, editie december)
- De breedsprakige dame / Maeve Brennan: ‘In al die ragfijne stadsschetsjes is ze de opmerkzame buitenstaander. De ‘gevestigde reiziger’, die minutieus noteert wat ze zag en hoorde, zittend op parkbankjes of weggedoken in vrijwel uitgestorven restaurants. Hoe twee vrouwen genadeloos roddelden over een afwezige derde. Hoe een meisje ‘als twee slangen’ over Broadway liep en drie vervelende types, ‘Wreedheid en Stompzinnigheid en Nare Herrie’, de rust verstoorden in een geliefd boekhandeltje. Of hoe kwetsbare oude vrouwtjes achter hotelkamerramen eenzaam verkommerden.’ (Dirk Jan Arensman in Het Parool: https://www.parool.nl/nieuws/literaire-sensatie-maeve-brennan-maakte-ragfijne-schetsen-van-new-york~b0384c00/)
- Nachtschip Night / Marguerite Duras: ‘Het meesterschap van Marguerite Duras fonkelt in dit poëtisch juweeltje, waarin Duras de beklemming en obsessie beschrijft tussen twee geliefden die elkaar nooit in levenden lijve zullen ontmoeten. De vrouw lijdt aan leukemie en mijdt elk fysiek contact. Ze kennen slechts elkaars stem, via telefoongesprekken. Nachten achtereen leven ze met de hoorn van de haak, vinden bij elkaar genot, leren het afgrondelijke verlangen van de ander kennen. Geen enkel beeld kleurt hun verbeelding.’
- Jaar van de aap / Patti Smith: ‘Wat een vrije geest heeft Patti Smith! In ‘Jaar van de aap’, een onalledaags inspirerend boek én het jaar waarin ze zeventig wordt, freewheelt Smith ongeremd op associaties tijdens een lange reis. Terwijl zij lift, slentert en mijmert langs de Californische kust en door de woestijn van Arizona, staan twee hechte vrienden voor de poort van de dood: Sandy Pearlman en Sam Shepard. (‘Een dodelijke dwaasheid komt over de wereld’ – Antonin Artaud). In haar dromen zoekt Smith de confrontatie met leven en dood op en reflecteert ze onstuimig en ontroerend over vriendschap. Poëtisch proza van de hoogste plank!’
- Posthume Herinneringen van Brás Cubas / Joaquim Machado De Assis: ‘Werk van een dode. “Ik heb het geschreven met de pen der scherts en de inkt der melancholie”. De titel van hoofdstuk 1 is dan “Dood van de schrijver”: daarin zegt Bras Cubas zijn lezers dat hij, inderdaad, dood is, en zijn verhaal niet wil laten beginnen bij zijn geboorte maar bij zijn dood…… Dat vertelt hij zo badinerend en ironisch dat je als lezer bijna over het hoofd ziet hoe gitzwart dat is. En die combinatie houdt Bras het hele boek door vol: zijn proza is vol amusante scherts en opvrolijkende verbale lenigheid, maar tegelijk ook doorregen van inktzwarte melancholie.’ (Nico van der Sijde: https://www.hebban.nl/recensie/nico-van-der-sijde-over-posthume-herinneringen-van-bras-cubas)
- De One Inside | Die Vanbinnen / Sam Shepard: ‘Terwijl hij terugdenkt aan de jaren die hij in trailers doorbracht en aan zijn tijd met ‘het Meisje’, ontrolt zich voor zijn ogen een surrealistisch panorama. Shepard laat zijn personage instinctief, met wijd open ogen door dat droomachtige landschap zwerven, begrensd door tijd noch ruimte. Als met de hakken van zijn laarzen markeert hij met woorden zijn weg en verdwaalt in het schemergebied tussen waken en dromen. Benzedrine stroomt door zijn aderen.’ (https://geendagzonderboek.com/2020/07/04/het-fabelachtige-bewustzijn-van-sam-shepard/)
- Autobiografie van een lijk en andere verhalen / Sigizmoend Krzjizjanovski: ‘Krzjizjanovski’s personages hebben, geheel volgens de Russische literaire traditie, sprekende namen. Ze hullen zich in sjofele demi-saisons en grijswitte baarden die één worden met de nevel in de Moskouse straten. Ze lopen over boulevards met bladloze bomen en ratelende trams, kruisen passanten met deugdelijke bontjassen, beklimmen kilometerslange trappen in reusachtige woonblokken en kijken mismoedig op naar ‘zwarte oogkassen van vensters’. Ze hebben de neiging zich te verliezen in wiskundige berekeningen of zich over te geven aan het verkennen van hypothesen, om telkens tot de slotsom te komen dat het ‘kant-noch-walheden’ in hun brein zijn.’ (https://geendagzonderboek.com/2020/06/08/verhalen-van-voormalige-mensen/)
- Ambtenaar Belmiro / Cyro Dos Anjos: ‘Ambtenaar Belmiro is een dromer, geen doener. In zijn aantekeningen stelt hij zichzelf beschroomd voor als een ingewikkeld man, zowel cynisch als lyrisch. Wanneer hij schrijft, heeft Belmiro het liever niet over het heden, om de eenvoudige reden dat zijn leven stilstaat.’ (https://geendagzonderboek.com/2020/01/12/dans-kleine-man-met-het-leven/)
- Van dieren en mensen / Caroline Lamarche: ‘Haar proza, nu eens onstuimig, dan weer ingetogen, is een ode aan de verbeelding, waar mens en dier de verloren band weer kunnen aanhalen. Lamarche neemt daarbij een wel heel apart standpunt in: aan de bosrand, waar we in onze verbeelding hybride kunnen en mogen zijn. In een dromerig universum leiden kwetsbare personages een solitair bestaan, door een ragfijne film – een glacis – gescheiden van de wereld om hen heen. In hun dromen en fantasieën zijn ze opstandig en gaan ze woest tekeer.’ (https://geendagzonderboek.com/2020/01/12/aan-de-bosrand/)
- De wimperloze vriend / Gabriele d’Annunzio: ‘Verrukt denkt Gabriele terug aan de dag van de zwaluwen, de dag dat zijn verzet, zijn moed en zijn trots ontwaakten en – zonder Dario – zijn glorietijd aanbrak. De zwaluw, een en al vleugel, eet en drinkt vliegend, wast zich vliegend, voedt zelfs zijn jongen vliegend. Na een experiment met een nest zwaluwjongen – een passage van onovertroffen literaire schoonheid – besefte Gabriele dat hij voorbestemd was om een soeverein leven te creëren. Zijn drang om de vlucht vooruit te nemen was groot. Met woorden zou hij stormen kunnen ontketenen en bedwingen.’ (https://geendagzonderboek.com/2020/02/09/een-wrede-spiegel/)
- De vorm van geluid / Gregor Verwijmeren: ‘Klanken, woorden, beelden wervelen door deze grootse, barokke roman én door de manisch-depressieve ik-figuur – laat ik hem gemakshalve Gregor noemen. Verwijmeren reconstrueerde en fictionaliseerde zijn odyssee, beginnend op de dag dat het geluid muurvast kwam te zitten in zijn hoofd. Het verspreidde zich in concentrische cirkels: eerst rimpelingen, dan golven, daarna een overstroming. Angst drong iedere cel van zijn lichaam binnen. Gregor nam de vorm aan van geluid. Hij werd gestold geluid.’ (https://geendagzonderboek.com/2020/02/06/door-geluid-gelouterd/)
- De gefnuikte roeping / Pierre Klossowski: ‘De lezer die niet voetstoots in deze literaire ‘meta-valstrik’ wil trappen, moet voortdurend op zijn hoede zijn en zich telkens opnieuw afvragen wie er nu precies aan het woord is. Waarover gaat dit in godsnaam? Voordat hij het over de inhoud heeft, speculeert de commentator over het mogelijke doel van het roepingsverhaal: de religieuze praktijk ontmaskeren als een mystificatie? Of, omgekeerd, bewijzen dat ook ongelovigen het martelaarschap kunnen aanvaarden (terwijl niets hen daartoe verplicht)?’ (https://geendagzonderboek.com/2020/08/02/weinigen-zijn-uitverkoren/)
- In galop het duister in / Baltasar Porcel: ‘Naarmate het geschiedkundig onderzoek van de verteller vordert, verdicht het duister zich. Alles wordt ingewikkelder en chaotischer, met feiten die elkaar tegenspreken. Gesmoorde kreten en verval stormen op hem af, als ruiters in een tomeloze galop. Het besef groeit dat hij geen enkele zekerheid zal vinden; zijn fundamenten gaan aan het wankelen. Hij verdwaalt in een wereld van schimmenstoeten, doodswalmen, spinnenraggen, verschrikte ogen en maneschijn.’ (https://geendagzonderboek.com/2020/05/10/in-galop-het-duister-in/)
- Heuvel / Jean Giono: ‘Angst ontketent zich wanneer de natuur bezit neemt van een groep mensen. Indrukwekkend verzinnebeeldt Giono de ontzetting van de mens in confrontatie met zijn nietigheid en verlies van controle. De wind fluit rond de Bastides, de bossen dansen. Flarden onweer trekken voorbij, de vrouwen halen hollend de was binnen. De volgende dag vallen de zonnestralen in een lege lucht. Er hangt een vreemde stilte. ‘Net alsof er iets vandoor gegaan is.’ Janet waarschuwt vanuit zijn ziekbed: ‘Zo begon het een andere keer ook’.’ (https://geendagzonderboek.com/2020/05/10/de-kant-van-de-natuur/)
- De laatste zomer in de stad / Gianfranco Calligarich: ‘Rome is nooit alleen maar mooi in De laatste zomer in de stad, het debuut van Gianfranco Calligarich uit 1973 dat in Italië een cultstatus heeft – en nu eindelijk is vertaald. Als je van Rome houdt, schrijft hij, zal het zich aanbieden zoals jij dat wilt en hoef je je alleen maar ‘over te geven aan de kabbelende golven van het heden’ om er deel van te worden. Dan zullen er ‘schitterende trappen zijn, spectaculaire fonteinen, tempelruïnes en de nachtelijke stilte van onttroonde goden, totdat de tijd elke betekenis verliest, behalve de kinderlijke betekenis dat de klok erdoor wordt aangedreven’.’ (Emilia Menkveld: https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/zelden-word-je-zo-vrolijk-van-een-tragisch-boek-als-de-laatste-zomer-in-de-stad~b55eac87/)
- Langs het pad naar de tempel / Hans van den Pol: ‘Wie ooit ademloos “De stilte der zee” van Vercors las en verbaasd vaststelde dat in die 56 pagina’s een lijvige roman leek te schuilen, een genuanceerd psychologisch portret werd geschetst én een idee, een ideaal, een maatschappelijke kwestie uiterst geraffineerd werd beschreven, moet zeker ‘Langs het pad naar de tempel’ van Hans van den Pol lezen. (…) Een juweeltje om in te verdwalen en om jezelf en vele anderen cadeau te doen.’
- Zwarte en groene / Dmitri Danilov: ‘Wie wil na het lezen van Zwarte en groene niet meteen sporen naar een onooglijk station van een willekeurige, grijsgrauwe stad, er doelloos door de straten lopen en tussendoor mogelijk wat thee verkopen? Danilov bezingt de schoonheid van het monotone, het grauwe, het vergankelijke zo hypnotisch afstandelijk en verleidelijk dat je dorstig wordt naar meer.’ (https://geendagzonderboek.com/2020/05/30/dan-liever-thee/)
- De zondagen van Jean Dézert / Jean de la Ville de Mirmont: ‘Op dode uren, wanneer het regent, vloeit er soms zomaar een gedicht uit Jean Dézerts pen, doorgaans kort, want zijn inspiratie strandt vrijwel meteen. In een amalgaam van verhalend en documentair proza schotelt de alwetende verteller ons een selectie dagboekaantekeningen, gedichten, zelfs liedjes voor. Jean Dézerts vlakke karakter krijgt op vreemdsoortige wijze diepgang.’ (https://geendagzonderboek.com/2020/09/13/een-perfect-inwisselbaar-leven/)
- De Tanners / Robert Walser: ‘Onmerkbaar voor de buitenwereld heeft Simon zich bekwaamd. Terwijl hij wachtte, leerde hij dromen. Terwijl hij keek, leerde hij over kunst en poëzie. Terwijl hij luisterde, leerde hij over anderen en over zichzelf, zijn deugden en zwaktes. Niets in de wereld is van hem en hij verlangt ook niets van de wereld. Het enige wat hij kan, is geven: zijn diensten, zijn liefde en zijn kracht, aan wie er maar ontvankelijk voor is. Vrolijk kiest Simon ervoor de volledige schuld van de wereld op zijn schouders te nemen, alsof het een pluimpje was. En hij is vast van plan die schuld af te betalen.’ (https://geendagzonderboek.com/2020/03/08/levenskunst-van-een-lanterfanter/)
Tot slot nog twee uitsmijters, eveneens buiten categorie:
Op weg naar De Hartz / Wessel te Gussinklo

Tegenlicht, een drieluik naar Pierre Bonnard / Gabriel Josipovici

Geef een reactie