Dan liever thee

De Rus Dmitri Danilov (1969) smeedde in zijn novelle Zwarte en groene autobiografisch materiaal aaneen tot een soort literaire documentaire, een verhaal aan de zelfkant van de Moskouse samenleving in de vroege jaren 2000. Na de ineenstorting van een wereldmacht en de teloorgang van een levenswijze, verloren veel Russen plots alle zekerheden en ontstond de noodzaak van een avontuurlijk leven in de chaos van een metropool. Een golf kleinhandelaren overspoelde het failliete Rusland. Zwarte en groene is het relaas van een van hen, een theehandelaar. Danilov maakt het persoonlijke onpersoonlijk en geeft onopvallende, eentonige dingen een poëtisch aura. Met veelvuldige opsommingen en korte beschrijvingen slaagt hij erin de werkelijkheid te onttoveren én cadans en magie in het verhaal te brengen. Een krachttoer.

Een naamloze ‘ik’-verteller – vreemd genoeg gebruikt Danilov geen enkele keer het woord ‘ik’, nu en dan hanteert hij de je-vorm – brengt verslag uit van zijn dagen als jobhopper in het Moskouse district. Per metro, met de trein of te voet reist hij door de uitgestrekte agglomeratie rond Moskou, waar zowat de halve stadsbevolking een datsja heeft.

De handel in zwarte en groene thee kwam pas later. Eerst was er het werk bij Informatiebureau Postfactum: persoverzichten maken. Nachtwerk. Slecht betaald. Met bus en metro erheen. Dan een stukje te voet langs vervaarlijk blaffende honden en via een beveiligingsbeambte het gebouw in. Huiswaarts pas bij het krieken van de dag, die al vergiftigd is door de noodzaak om ’s avonds opnieuw de kou te trotseren.

Danilov hanteert telegramstijl en laat niet toe dat je dicht op de huid van het personage komt te zitten. Gevrijwaard van sentiment observeer je het hele gebeuren rustig, niet afgeleid door de persoonlijke beslommeringen van een individu. Allengs word je nieuwsgieriger. Danilov lijkt dat te voorvoelen. Met een subtiele, nauwelijks merkbare ingreep zorgt hij ervoor dat je tegen het einde helemaal betrokken bent bij die ‘ont-ikte ik-figuur’.

Waarom niet een andere klus? Bijvoorbeeld boeken en kaarten verkopen voor een firma die alleen ‘handje contantje’ werkt. Je krijgt een kijkboek mee, waaruit de klanten hun keuze maken. De handel wordt nadien geleverd. Geen salaris, alleen commissie. Bus, trein, tram, alweer. Door de straten dwalen, overal bot vangen. Er is geen geld, zeggen ze. Dan maar een baantje bij de televisie, als redacteur? Dom, eenvoudig werk. Of boeken opmaken bij een uitgeverij, wederom werken in de doodse bleekheid van de nacht. Nee, nee, nee! Dan liever thee.

Je kan kwaliteitsthee verkopen. Zwarte en groene. Groene thee is ongefermenteerd, zwarte heeft een volledige fermentatie ondergaan. Je brengt hele blaadjes of gebroken thee aan de man; bloesemthee, Chinese thee, Indiase, Japanse of Ceylonthee. Of Darjeeling, ook wel ‘champagne-thee’ genoemd. Georgische thee deugt niet, die is niet met de hand geplukt. Voorts heb je ook nog korrelthee. Veel mensen hebben een hekel aan groene thee, omdat ze hem niet goed zetten. In deze novelle geen gebrek aan informatie over alle mogelijke substanties, structuren, fermentatiegehaltes, schenkwijzen en bewaarmethodes van thee. Danilovs uitgepuurde beschrijvingen doen je watertanden en zin krijgen in een theecursus.

De verkopers moeten hun koopwaar eerst aanschaffen en kunnen die dan tegen om het even welke prijs verkopen. Alle winst mogen ze houden. Maar wie zit er nu op thee te wachten? Moskou is al helemaal in de greep van andere theeverkopers. Waarheen? Naar Dedovsk dan maar, op een zonnige zomerdag. Lopen langs reusachtige gebouwen, over hoge bruggen. In de stoptrein zitten datsjamensen met boodschappenwagentjes. Ze lezen over tuinieren en over gezonde levenswijzen, maar aan thee hebben ze geen behoefte. Overal vangt de verkoper bot.

Dan kantelt het. De een na de ander proeft, raakt overtuigd, koopt. Plots is er overal belangstelling: in naaiateliers, kapperszaken, reisbureautjes en badhuizen. De handel loopt als een trein. De winst is royaal. Het Moskouse district is een goudmijn geworden.

Volgt een reeks ultrakorte beschrijvingen van stadjes en dorpen die de theeverkoper met een bezoek vereert: Taldom, vermaard om zijn schoenindustrie; Noginsk, een treurige stad met veel evenwijdige straten; Orechovo-Zoejevo, met de rode fabrieken, zoals in Gorki’s roman Moeder; Sjatoera, midden in de turf, ’s zomers gehuld in een deken van rook; Jegorjevsk waar alles in verhouding is, waar een aangename ambiance heerst en zelfs de fabriek er gezellig uitziet. Of Tsjechov, waar ordeloos stenen objecten zijn neergezet. (‘Als je de weg vraagt, kan niemand je die met goed fatsoen uitleggen. Steeds weer beland je op kale vlakten.’ )

Je kan soms ook gewoon op het perron zitten genieten van ‘het ontbreken van enig groot of luidruchtig ding of gebeuren in de wijde omtrek’, een paar tellen of uren verstijven, roerloos naar een pokdalig schuurtje staren (…) zonder verder ergens aan te denken, en iets opmerken ‘waarvan je haren recht overeind gaan staan en wat je daarna nooit meer, tot je dood toe, vergeet’.

Tijdens de crematieplechtigheid van een vriend, die uit het raam van zijn flat was gesprongen, rijst voor het eerst de vraag ‘waarom’. Zelfs nog geen vraag, een ‘waarom’ zonder vraagteken. Een vleugje existentialisme, exquise als volgens de regels van de kunst geschonken groene thee.

Toen kwam er een auto: een grote witte Wolga. Het was liefde op het eerste gezicht. Op een paar maanden tijd verwoestte het bakbeest een glorieuze business, door onderdeel per onderdeel uit elkaar te vallen. Reparaties kostten een smak geld. ‘Alles mengde zich tot een troebele brij van kleinzielige, zenuwzieke toestanden, en dat had niets interessants of poëtisch, en het reizen met trein of bus om de een of andere reden wel.’

Wie wil na het lezen van Zwarte en groene niet meteen sporen naar een onooglijk station van een willekeurige, grijsgrauwe stad, er doelloos door de straten lopen en tussendoor mogelijk wat thee verkopen? Danilov bezingt de schoonheid van het monotone, het grauwe, het vergankelijke zo hypnotisch afstandelijk en verleidelijk dat je dorstig wordt naar meer.

Dmitri Danilov: Zwarte en groene, Uitgeverij Douane, Rotterdam 2008, 112 p. Vertaling van Tsjornyj i zeljonyj door Arie van der Ent. ISBN 9789072247148.

Een gedachte over “Dan liever thee

Voeg uw reactie toe

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: