De onbeteugelde avonturen van Boekendienaar (I-III)

21-library-babel

I

Wie in een bibliotheek werkt, ontwikkelt na verloop van tijd hoe dan ook vreemde gedragingen. Dat kan gaan van afwijkende gewoonten, over hardnekkige obsessies tot markante tics. Om u daar iets levendigs bij voor te stellen hoeft u maar te denken aan voorkomen, persoonlijkheid en werk van gewezen schrijvers-bibliothecarissen als Alberto Manguel, Jorge Luis Borges, Giacomo Casanova, Johan Daisne en Georges Perec. In een boekentempel zit zo’n dienaar van de literatuur steeds aan een klein bureau te werken, omgeven door stapels en geesten, bedolven onder neerdwarrelend stof. Bij het openen of dichtslaan van een boek kunnen ingedommelde geesten plots ontwaken en de boel op stelten zetten. Personages die niets met elkaar te maken hebben, zelfs uit verschillende tijdperken stammen, voeren bevreemdende gesprekken. Van dergelijke anachronismen is de bibliothecaris dagelijks getuige. Maar daar komen de eerste bezoekers binnen. In een poging orde op zaken te stellen, gaat Boekendienaar als een bezetene stempels zetten en boek per boek de rekken inspecteren; of de boeken met het etiket ALLE wel rechtmatig volgen op ALLA. Hij bromt op de schoften van de vorige dag, die ter hoogte van de letter H alweer een hele rij boeken naar achteren hebben geschoven. Hij zet ze netjes recht en naar voren tot tegen de rand. Tot zijn afgrijzen ontwaart Boekendienaar een koffievlek op de snede van Homerus’ Ilias.

II

Gelukkig is de Odyssee gespaard gebleven. Gezegend zij Homerus! Opgelucht vergezelt Boekendienaar een kakelverse bibliotheekgebruiker – een moederkloek met gebroed – naar het babyhuisje en legt omstandig uit dat ieder bad- en knisperboekje in de wastrommel gaat voor het aan een volgende kwijlende jonge lener meegegeven wordt. Dweilen met de kraan open is dat, want hygiëne is in een bibliotheek volstrekt illusionair. De moeder knikt begrijpend. Intussen heeft het driekoppig gebroed, dat aan een collectieve verkoudheid lijdt, de bibliothecaris besmeurd met slijmerige afscheidingen. Een catastrofe. Zoals elke realistische bibliotheekmedewerker lijdt Boekendienaar aan hypochondrie. Met een desinfecterend middel schrobt hij in de toiletten zijn handen, oren en kraag schoon en besluit zich voor het resterende deel van de dag therapeutisch in het magazijn op te sluiten met Le Malade imaginaire van Molière. Op het moment dat hij het betreffende boek uit een bestoft rek neemt, voelt Boekendienaar een scherpe pijnscheut in zijn linkerhand.

III

Uit het aangevreten werkje 1984 springt een rat tevoorschijn die Boekendienaar een stevige knauw toedient. ‘Verdomde Orwell!’ schreeuwt de arme ziel schuimbekkend. De boekenman die er prat op gaat zich immer beheerst en beschaafd tussen mensen en boeken te bewegen, laat hier zijn rauwe, kwetsbare kant zien in een oerschreeuw, gevolgd door langgerekt gehuil. Hij bloedt als een rund. Ongetwijfeld is hij nu ook besmet met de ziekte van Weil. Snel kijkt hij omhoog naar de camera in de hoek van het magazijn. De bibliothecaris heeft nooit geweten wie dat zwijgende, alziende oog bedient; hij in ieder geval niet. Zeker is dat hij die Big Brother niet vertrouwt. Boekendienaar duikt weg tussen de rekken en kruipt op handen en knieën de hoek om naar een smalle gang waar zich de nooduitgang bevindt. Tussen het opwaaiende stof ontwaart hij een afgevoerde Tiny, scheurt de titelpagina eruit en omwikkelt zijn hand ermee. Met een stralende glimlach absorbeert Tiny het rode vocht. Dat geeft de verzwakte Boekendienaar de moed om met zijn rechterschouder een forse duw te geven tegen de zware metalen deur, die knarsend open zwaait. Hij strompelt naar buiten en roept blindelings om hulp. Het stralende daglicht dat hij verwachtte, blijkt volslagen duisternis te zijn. Onthutst kijkt Boekendienaar om zich heen. Door de lichtinval uit het magazijn kan hij vaag de objecten in de ruimte onderscheiden. Wat!? Dit is helemaal niet buiten, maar een identieke kopie van de ruimte die hij net verlaten heeft.

(wordt vervolgd)

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑