De onbeteugelde avonturen van Boekendienaar (IX)

3550Het zomert in Parijs. Boekendienaar is neergestreken op het terras van café de la Mairie aan de rand van een zonovergoten plein. In zijn schrift noteert hij datum, uur en weersgesteldheid. In 1974 deed Georges Perec, hier op Place Saint-Sulpice, drie dagen lang een poging om al wat hij zag minutieus te beschrijven. Net als Perec toen, ziet Boekendienaar nummers van bussen en telt duiven die opvliegen en rondjes vliegen om de fontein. Voetgangers bewegen zich voort op alle mogelijke manieren, met of zonder dingen op het hoofd, onder de arm of over de schouder.

Een schimmige gedaante, gehuld in een lange regenjas en zijn eigen gedachten, steekt schuin het plein over. In de vlotte golfslag van het haar en de inwaarts gekeerde blik meent Boekendienaar Patrick Modiano te herkennen, maar dan een halve eeuw jonger dan hij vandaag in werkelijkheid zou moeten zijn. Is de schrijver misschien verdwaald in de tijd? Boekendienaar knippert verbaasd met zijn ogen, weifelt. Mogelijk ziet hij een schim uit het verleden en is dit het Parijs uit zijn dromen – even wezenlijk, zichtbaar, bijna tastbaar – als de werkelijke stad.

Verleden en heden vloeien ineen in een zwart-witte stad, mistig en obscuur. Boekendienaar besluit de gedaante te volgen. Hij stapt uit Perecs geest, slaat de eerstvolgende straat in en ziet nog net de jaspanden van de jonge Modiano wapperend om de hoek verdwijnen. Boekendienaar versnelt zijn pas, gaat af op het geluid van voetstappen in duistere stegen. In de verte hoort hij stemmen en hij ziet schaduwen, alsof hij ontwaakt in een droom. Plaatsen die decennia lang zwegen, onzichtbaar bleven, nemen vorm aan en fluisteren hem hun verleden toe. Door het verlichte raam van een groezelig café ziet hij de verloren jeugd aan de toog hangen. Eindeloos daalt hij trappen af; huizen, straten, mensen verliezen hun contouren. Als een schaduw van zichzelf loopt hij verder. De gestalte van Modiano lost op in de mist. Boekendienaar is verdwaald.

Plots weerklinken achter hem voetstappen in de nacht. Abrupt draait hij zich om. Op de hoek van de straat, in het flauwe licht van een lantaarnpaal, ziet Boekendienaar de contouren van een man, waarin hij de wilde haardos van Georges Perec meent te herkennen. De schimmige gedaante grijnst hem toe. Met een schok ontwaakt Boekendienaar, knippert met zijn ogen tegen het felle zonlicht. Duiven vliegen op en maken nog een rondje om de fontein op Place Saint-Sulpice.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: