
Twee vadem of 3,66 m is de kleinste veilige vaardiepte voor een raderboot op de Mississippi. Aan boord peilde een ‘loder’ de diepte van het vaarwater, bepaalde dat het veilig was en riep vervolgens de stuurman toe: ‘By the mark twain!’ Uit scheepsjargon werd de legendarische schrijver Mark Twain geboren, pseudoniem van Samuel Langhorne Clemens (1835-1910). Twain diende als jongeman tweeënhalf jaar onder heel wat loodsen op verscheidene raderboten. Uit zijn lange reizen stroomop- en afwaarts de Mississippi putte hij inspiratie voor zijn schrijven.
‘Leven op de Mississippi’ is het eerste boek over de wetenschap van het loodsen, geschreven door iemand die zelf een raderboot bestuurde. Een volleerd loods beschikt over een olifantengeheugen, herkent elke bocht van de rivier blindelings en leest feilloos het wateroppervlak. In het geval van de Mississippi-Missouri is dat geen sinecure, want het is niet alleen de langste rivier ter wereld, maar ook de meest kronkelige en veranderlijke. Ze wordt op haar zesduizendachthonderd kilometer lange reis van noord naar zuid gevoed door honderden zijrivieren en stroomt als een reusachtige modderstroom de Golf van Mexico in.
Twain was getuige van maatschappelijke en sociale veranderingen die de loop, het uitzicht en de functie van de rivier ingrijpend veranderden: de opkomst van de industrie en technologie, de afschaffing van de slavernij, oorlog. De Mississippi was dusdanig dominant als organisme dat de mens, in al zijn pogingen om het wassende water te onderwerpen, te knevelen en te commanderen, gedoemd was het onderspit te delven. Afvoerkanalen graven, dijken bouwen, baggeren, rechttrekken, het vermocht uiteindelijk bitter weinig tegenover de enorme krachten van de natuur.
De raderboot deed omstreeks 1812 haar intrede op de Mississippi, bedoeld voor vrachtverkeer. Amper zestig jaar later hadden spoorweg, brug en sleepboot de raderboot alweer alle werk ontnomen, alleen het vervoer van passagiers over korte afstanden bleef over. Twain koestert bewondering voor én ergernis over de technologische vooruitgang. Hij kijkt door diverse brillen naar het immer veranderende landschap en naar het gebeuren op en langs de rivier. Nu eens kruipt hij in de huid van een avonturier of ontdekkingsreiziger, dan weer in die van een loods of verslaggever. Als correspondent van de New Orleans Times – Democrat, voer hij in 1882 mee op een raderboot en bracht verslag uit van de overstroming van een zijrivier van de Mississippi. Die trof een aanzienlijk deel van de bevolking. Meer dan een kwart van de veestapel ging verloren. Dorpen werden integraal van de kaart geveegd.
Soms schrijft Twain als een ambtenaar. Hij wil de snelgroeiende steden en dorpen inventariseren door de bevolkingsgroei vast te stellen, het aantal kerken, scholen en biliotheken te tellen, de veranderende architecturale stijl te documenteren en te checken hoe het met de geplaveide wegen en de werking van de riolering of de rechtspraak gesteld is. Soms schrijft hij als een dichter en wil hij alleen maar de rivier schilderen in woorden, op andere momenten lijkt hij een reisgids te schrijven, in het bijzonder voor Engelse toeristen. En plots is hij dan weer een aspirant-geoloog of -bioloog die nauwgezet de bodem en de vegetatie in en om het rivierbekken bestudeert.
Hoe dan ook, Twain observeert en registreert magistraal. Hij is een meesterlijk verteller met een gezonde dosis humor en zin voor kritiek. Hij spaart geit noch kool: politici, industriëlen, juristen, arm of rijk, ziek of gezond, mens of dier, slaaf of vrije mens, rechtschapene of geboefte,… iedereen moet het wel ergens eens ontgelden. Maar Twain doet dat met zoveel aplomb, spontaneïteit en zelfspot dat je het hem – als lezer vandaag toch – nooit euvel duidt.
Met ‘Leven op de Mississippi’ schiep Mark Twain een grootse autobiografische roman en een rijk geschakeerd portret van een mythische rivier als onvergetelijk hoofdpersonage.
Geef een reactie