De cultuurkritiek moet zich weer opdringen aan de publieke sfeer. Ze moet trachten te verleiden en te provoceren, Ze moet pogen een sterk verhaal te vertellen dat buiten de eigen goegemeente weerklank vindt en overal haar publiek uitnodigen tot verbeelding en zelfs dwingen tot het aannemen van een kritische houding.
Dat is min of meer de conclusie waartoe kunst- en cultuurfilosoof Thijs Lijster komt in de essaybundel ‘De grote vlucht inwaarts’, onlangs bekroond met de Essayprijs van de KANTL.
Lijster houdt een vurig, overtuigend pleidooi voor tegendraads denken in een reeks sterk opgebouwde verhalen rond drie kernthema’s:
1. De verinnerlijking van de totaalmens in het tijdperk van hedonisme en ascetisme, gekenmerkt door een mix van genotszucht en het jezelf onderwerpen aan een strikt en dwangmatig systeem.
2. De verstarring van de geschiedenis in de huidige cultuur door ‘de eeuwige wederkeer van het nieuwe’ : verandering zelf is een middel van onderdrukking geworden.
3. Het belang van sterke verhalen in het postmoderne tijdperk, waarin grote verhalen verdwenen zijn en de autoriteit van de detective en de criticus als waarheidszoekers evenzo.
Enkele inzichten die me inspireren, hieronder samengevat:
De hedendaagse mens vindt in het neurofetisjisme (= wij zijn ons brein) een verklaring voor zijn onmacht om de wereld te veranderen en een rechtvaardiging voor zijn onwil om het te proberen. Dit heeft mede geleid tot het meest radicale idealisme: een idealisme zonder programma, zonder visie, dat zichzelf slechts laat voortstuwen door wat technisch mogelijk is, niet door wat historisch wenselijk is.
De individualisering en privatisering van de wereldproblemen ( => ‘there is no alternative’) leiden de aandacht systematisch af van wat op systeemniveau niet deugt. Politici weten dat, zodra je burgers als consumenten gaat behandelen door in te spelen op hun onmiddellijke begeerten zonder ze een visie te presenteren, ze zich ten langen leste ook als zodanig gaan gedragen; namelijk als individuen die louter oog hebben voor hun kortetermijnbelangen en niet geven om de langetermijnbelangen van de gemeenschap.
Misschien zit er heil in ‘dialectisch pessimisme’: alleen een gitzwarte blik op de huidige stand van zaken kan leiden tot verzet, dat altijd geboren wordt uit verontwaardiging. ‘Dialectisch’ omdat het voortkomt uit de hoop en uit overtuiging dat het anders kan.
Lijster doet appel op het uitstervend ras van de universele criticus als vertegenwoordiger van de mensheid uit naam van de waarheid en de gerechtigheid zelf, en op schrijvers en kunstenaars, die zich (onverklaarbaar) massaal afwezig opstellen in het maatschappelijke debat, om opnieuw autoriteit te verwerven.
‘De grote vlucht inwaarts’ inspireert door de verschillende invalshoeken die Lijster verkent en uitdiept aan de hand van concrete voorbeelden. Hij verleidt de lezer, schopt hem een geweten, adviseert en dwingt tot handelen. Hij doet wat elke rechtgeaarde criticus zou moeten doen.
Thijs Lijster: De grote vlucht inwaarts, De Bezige Bij 2016, 256 p. ISBN 9789023497493.
Geef een reactie